Verschillen tussen mannen en vrouwen: gevolgen voor werk​

Discussies over genderongelijkheid op het werk zijn nu al een tijdje booming en blijven relevant. De één is voor een vrouwen/diversiteitsquotum, de ander is faliekant tegen. Er zijn sociaal-maatschappelijke en politieke discussies over o.a. gratis kinderopvang, het beter belonen van meer betaald werken, het beter verdelen van lasten tussen partners, en het flexibeler inrichten van scholen om deze meer af te stemmen op tweeverdieners.

Hoe je ook in deze discussie staat, en of je er al dan niet een mening over hebt, dat er genderongelijkheid is op gebied van werken is evident. Zo is er een loonkloof van 6-14 procent (afhankelijk van de manier van corrigeren) in het nadeel van vrouwen. En hoewel vrouwen steeds meer uren per week werken, neemt de tijd die vrouwen besteden aan zorgtaken en huishouden niet evenredig af.

Deze verschillen worden niet zomaar even rechtgetrokken, dat heeft tijd nodig. De huidige situatie is ontstaan uit een complex samenspel van economische factoren, wetgeving, politiek, sociaal-maatschappelijke en culturele ideeën.
Laten we de discussie ook eens van de andere kant bekijken. Welke verschillen zijn er nu echt tussen mannen en vrouwen die ook van invloed zijn op het uitoefenen van het werk? Wat zijn verschillen in het brein en welke verschillen zijn zichtbaar in gedrag?

Wanneer we kijken vanuit het brein zien we dat er meerdere verschillen zijn in de aanleg van netwerken van hersencellen, de manier van hoe de hersenschors is gevouwen en de energiehuishouding. Deze veranderingen hebben met name tot gevolg dat het kleinere en lichtere vrouwenbrein dezelfde prestaties kan leveren als het grotere mannenbrein.

In cognitieve taken zijn er minieme verschillen, waarbij mannen een minimaal voordeel hebben bij visueel ruimtelijk taken en vrouwen een ietsje groter voordeel hebben bij verbale taken. Deze verschillen zijn vooral terug te voeren op verschillen in hormonen, zo is gebleken uit onderzoek onder mensen die in transitie zijn. Daarnaast spelen rolpatronen mee in hoe mensen cognitieve vermogens schatten. Uit onderzoek is gebleken dat vrouwen zichzelf over het algemeen onderschatten op cognitieve taken en dat mannen zichzelf eerder overschatten. Waarschijnlijk werkt dit door in het benutten van carrière kansen en het uitspreken van ambities.

Er zijn nog meer verschillen in hormoonhuishouding en in het immuunsysteem. Hormonen hebben ook invloed op gedrag, mannen laten meer agressief gedrag zien en extraversie en juist minder neuroticisme en depressie dan vrouwen. Daarnaast hebben hormonen invloed op de stressrespons. Vrouwen laten in de vruchtbare periode een lagere stressrespons zien, waarbij oestrogeen beschermd tegen chronische stress. Vrouwen praten daarnaast makkelijker over stress. Dit laatste heeft zowel voor- als nadelen. Voordeel is dat je op die manier de stress kunt verwerken, een nadeel is dat vrouwen rumineren: ze kunnen te lang bezig zijn met nadenken en praten over de bron van stress. Mannen gaan eerder afleiding zoeken wanneer ze stress ervaren.

Verschillen tussen mannen en vrouwen en wat betekent dit voor het werken?
Verschillen tussen mannen en vrouwen en wat betekent dit voor het werken?

Wanneer we kijken naar gedrag en drijfveren zien we ook enkele verschillen in de verhoudingen van de gedragsstijlen en verschillende drijfveren. Iedere gedragsstijl (zie Figuur 1) is een combinatie van de verschillende stijlen (zie Figuur 1), maar één of twee stijlen zijn vaak dominant. In de populatie als geheel is er meer geel en groen gedrag en minder rood en blauw gedrag. Bij mannen zien we in verhouding iets meer rood en blauw gedrag. Bij de drijfveren zijn er doorgaans twee overheersende drijfveren. De 6 drijfveren zijn onder te verdelen in drijfveren die vooral te maken hebben met mensen, maatschappij, zingeving en (zelf)ontplooiing (sociaal, esthetisch en traditionalistisch) en in drijfveren die gericht zijn op het hier en nu, feiten en zakelijkheid (theoretisch, economisch en individualistisch; zie Figuur 2). We zien bij vrouwen dat de eerste groep drijfveren sterker aanwezig is, en bij mannen juiste de tweede groep drijfveren. Belangrijk om te melden bij de verschillen in gedrag en drijfveren dat deze waarschijnlijk deels worden bepaald door sociale- en culturele factoren

Wat betekenen deze verschillen nu? 

Het meest belangrijk is dat de overlap tussen mannen en vrouwen altijd veel groter is dan dat de verschillen zijn. Daarbij komt ook nog dat een deel van deze verschillen zeker niet aangeboren is, maar bepaald wordt door factoren als opvoeding, rolpatronen en verwachtingen. Met andere woorden, de werkelijke verschillen zullen nog kleiner zijn. Tot slot is het maar de vraag of die verschillen dan ook effect hebben in het uitvoeren van werk.

En wat te doen met deze kennis?
Wat je precies hier nu mee kunt hangt natuurlijk ook af van je rol binnen de organisatie. Het is voor iedereen goed om je ervan bewust te zijn dat er verschillen zijn in hoe de maatschappij aankijkt tegen mannen en vrouwen, ook of misschien vooral op het gebied van werken. Bovendien heeft de inrichting van onze maatschappij invloed op hoe voornamelijk vrouwen hun werk en privé-tijd moeten organiseren. Dit werkt door in het belonen van werk, de beoordeling van het werk, in het benutten van carrière kansen en het uitspreken van ambities.

Ga hierover vooral in gesprek met collega’s:

  • Hoe kijkt iedereen hier tegenaan in jullie organisatie?
  • Zouden er dingen moeten/kunnen veranderen en op welke manier?
Ga hierover ook thuis in gesprek:
  • Hoe belangrijk vind je jouw werk en wat betekent werken voor jou?
  • Wat vinden jij en je partner een goede verdeling van werk en taken thuis?
  • Wat is de meest ideale situatie en wat is op dit moment haalbaar?

Voor leidinggevenden en/of medewerkers die betrokken zijn bij werving en selectie:

Als leidinggevende/werkgever kun jij een rol hebben in het veranderen van het belonen en beoordelen van het werken, en het begeleiden van mensen naar nieuwe carrière kansen. Denk na hoe je jouw medewerkers objectiever kunt beoordelen en belonen.

Bekijk het beleid van de organisatie kritisch. Hoe gaat de organisatie om met mantelzorgers, deeltijdwerken of zwangeren en hun partners? Heeft het werken van minder uren of een periode van verlof (onbedoeld) een negatieve invloed op carrières?

Bij het werven van kandidaten is objectiviteit ook cruciaal. Kijk of de vacaturetekst geschikt is voor alle mogelijke kandidaten en interview kandidaten over dezelfde onderwerpen.

Tijdens de selectie kun je door middel van een assessment een kandidaat objectief laten beoordelen. Het is belangrijk om daarbij een volledig beeld te vormen, liefst zowel aan de hand van assessments als aan de hand van praktijkopdrachten en gericht op ontwikkeling. VIPD is hierin gespecialiseerd.

Wil je meer weten? 
Kijk dan op www.vipd.nl.

Meer weten over dit thema?
Lees dan deze boeken:

Waarom vrouwen minder verdienen en wat we eraan kunnen doenSophie van Gool
Het vrouwenbrein – Iris Sommer
De thuisblijfvaderTim Gouw

Bekijk hier de andere artikelen

wat maakt een goed leider?

Wat maakt een goed leider?

Er wordt nog al eens gezegd ‘…dat vraagt om goed leiderschap!’. Als je berichten in de media mag geloven is goed leiderschap iets wat gemakkelijk te definiëren en te leren is. Zo vind je…………

leren leren

Leren "leren"​

Je leert van alles op school. Leren hoe je het beste kunt leren, daar wordt helemaal niet veel aandacht aan besteed. Terwijl een goed begin, is het halve werk. Dus wat is nou belangrijk om……………

Bekijk hier de andere artikelen

wat maakt een goed leider?

Wat maakt een goed leider?

Er wordt nog al eens gezegd ‘…dat vraagt om goed leiderschap!’. Als je berichten in de media mag geloven is goed leiderschap iets wat gemakkelijk te definiëren en te leren is. Zo vind je…………

leren leren

Leren "leren"​

Je leert van alles op school. Leren hoe je het beste kunt leren, daar wordt helemaal niet veel aandacht aan besteed. Terwijl een goed begin, is het halve werk. Dus wat is nou belangrijk om……………

Scroll to Top